Roberta Peters

Roberta Peters
Roberta Peters
Roberta Peters
Algemene informatie
Land Verenigde Staten van Amerika
Geboortedatum 4 mei 1930
Geboorteplaats The Bronx
Overlijdensdatum 18 januari 2017
Overlijdensplaats Rye
Doodsoorzaak ziekte van Parkinson
Werk
Beroep operazanger, zanger
Werkveld muziek
Kunst
Muziek­instrument stem
Zangstem coloratuursopraan
Genre opera
Persoonlijk
Talen Engels
Diversen
Prijzen en onder­scheidingen National Medal of Arts
De informatie in deze infobox is afkomstig van Wikidata.
U kunt die informatie hier bewerken.

Roberta Peters (New York, 4 mei 1930 – 18 januari 2017) was een Amerikaanse sopraan.

Levensloop

Peters verwierf aanzienlijke bekendheid door gedurende vijfendertig jaar verbonden te zijn aan de Metropolitan Opera in New York.[1] Ze ontving de National Medal of Arts in 1998.

Ze werd aangemoedigd door de tenor Jan Peerce en begon studies toen ze dertien was bij William Herman, die bekend stond als een uitstekend stemmenleraar. Onder zijn leiding leerde ze ook Frans, Italiaans en Duits. Na zes jaar training zorgde Herman voor een auditie bij Rudolf Bing, de algemeen directeur van de Metropolitan Opera. Ze zong voor hem de tweede aria uit De Toverfluit en de test gaf zodanig voldoening dat Bing haar contracteerde om de rol te spelen in februari 1951.

Ze begon onverwacht zelfs al vroeger, want in november 1950 werd ze aangezocht om de zieke Nadine Conner te vervangen in de rol van Zerlina in Don Giovanni. Hoewel ze nooit eerder op de scène had gestaan en nog nooit met een orkest was opgetreden, werd haar prestatie met groot enthousiasme begroet, en was haar carrière definitief begonnen.

Ze werd een lieveling van het Amerikaans operapubliek zowel in operahuizen als in voorstellingen voor een massapubliek, waar ze een groot voorstander van was. Bij de Met vervulde ze rollen zoals

Met deze laatste rol beëindigde ze in 1985 haar carrière bij de Met.

Met de Met toerde Peters vaak doorheen Amerika en trad ook frequent op in de Cincinnati Opera. Tijdens die tournees nam ze nog andere rollen aan zoals Lakmé van Leo Delibes, Juliette in Roméo en Julia, Massenets Manon, Violetta in La Traviata en Mimì in La Bohème.

Haar buitenlandse optredens omvatten:

  • de Royal Opera House in London, waar ze optrad in Balfe's The Bohemian Girl, gedirigeerd door Sir Thomas Beecham,
  • verschillende operahuizen in Italië,
  • de Weense Staatsopera,
  • het Festival van Salzburg,
  • het Bolchoi Theater in Moskou.

Peters was zeer populair op tv.

Ze trad ook vaak op in recitals, zowel in concertzalen als voor een massapubliek. In 1962 zong ze voor 13.000 toehoorders in het Lewisohn Stadium in New York.[2]

In haar latere carrière zong ze ook in operettes en musicals, zoals The Merry Widow en The King and I.

Privé

Peters werd in de Bronx geboren, als dochter van de schoenenverkoper Solomon Peterman en van Ruth Hirsch.[3]

Ze was in 1952 korte tijd gehuwd met de bariton Robert Merrill, meer verliefd op de stem dan op de man, zoals ze later toegaf.

In 1955 trouwde ze met Bertram Fields, met wie ze twee zoons had. Hij overleed in 2010. Zij leed aan Parkinson en stierf in 2017.

Literatuur

  • The Metropolitan Opera Encyclopedia, edited by David Hamilton, New York, Simon and Schuster, 1987. ISBN 978-0671617325

Externe links

  • Roberta Peters collection, 1881–1998 (haar archief) in the Music Division of The New York Public Library for the Performing Arts
  • Two Interviews with Roberta Peters by Bruce Duffie, December 13, 1981 and June 17, 1993

Voetnoten

  1. Fox, Margalit, Roberta Peters, Soprano With a Dramatic Entrance, Dies at 86. The New York Times.
  2. "Music: Italian Opera Night at Stadium; Roberta Peters and Jan Peerce Are Soloists" by Howard Klein (music critic), The New York Times, July 30, 1962.
  3. Sol Peterman from Assembly District 2 Bronx in 1940 Census District 3-162.
Bibliografische informatie